woensdag 30 september 2009

De Nederlandse geschiedenis van het kinderboek

Thema's
Sprookjes zijn toch wel de oudste en bekendste voorbeelden van verhalen die kinderen normen en waarden moeten bijbrengen. Toch waren deze gruwelijke vertelsels niet altijd specifiek voor kinderen bedoeld. Vroeger was het leven namelijk hard en de dood lag altijd op de loer. Niemand keek vreemd op als je bijvoorbeeld in heksen geloofde. In de eerste plaats werden sprookjes alleen mondeling aan de man gebracht, maar dankzij de Gebroeders Grimm zijn ze uiteinlijk ook in boeken belandt.
Daar was de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen overigens niet erg blij mee. 't Nut is een genootschap dat werd opgericht in 1784 door verlichte burgers om het 'gewone volk' te verheffen. Ze waarschuwde de ouders voor de slechte invloed van sprookjes. Ze zouden gevaarlijk zijn voor het opdoen van echte kennis.
Ze waren meer een voorstander van de kinderrijmpjes van Hieronymus Van Alphen (1746 - 1803). Een volwassen man die zich aanpaste aan kinderen was toen nog ongekend. Daarom kunnen we Van Alphen zien als de eerste kinderboekenschrijver in de Nederlandse taal ooit. Er waren daarvoor wel al ‘hanenboekjes’, maar die waren totaal niet bedoeld om het leuk te maken voor kinderen. Van Alphen geloofde als een van eersten in spelenderwijs leren. Want: Mijn speelen is leeren, mijn leeren is speelen, En waarom zou mij dan het leeren verveelen? Zijn bekendste kindervers is uiteraard De Pruimenboom (1779).
Sinds de komst van 'stoute kinderen', zoals Dik Trom, Pietje Bell en Pippi Langkous in de 20e eeuw is deze eerst zo vernieuwende braafheid totaal niet meer interessant voor de kinderen. Tijden veranderen, zo had je in 19e eeuw absoluut niet met de Griezelbus-boeken van Paul van Loon kunnen aankomen.

(wordt vervolgd)



Bronnen: De komst van het griezelige kinderboek en Stichting geschiedenis kinder- jeugdliteratuur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten