woensdag 30 september 2009

Stripverhaal

Stripverhaal

Het stripverhaal is een beeldverhaal in stroken van enige afbeeldingen naast elkaar, al dan niet voorzien van tekst. Een stripverhaal wordt gemaakt door een striptekenaar en een scenarist. Soms schrijft de tekenaar tevens het scenario, soms werken er meerdere personen aan het tekenwerk (schetsen, inkten, letteren) of aan het verhaal.

Soorten stripverhaal
De strip kan in een aantal categorieën worden onderverdeeld, die elk populair zijn in een eigen regio:
* een enkel plaatje, al dan niet voorzien van tekst, ook wel cartoon genoemd;
* de gag-strip, een (meestal horizontale) strook bestaande uit een of meer plaatjes die een kort verhaal uitbeelden;
* de pagina-strip;
* een compleet verhaal dat over meerdere pagina's wordt afgebeeld:
* de comic, Amerikaans formaat stripboek van standaard 32 pagina's. In het overgrote geval bevatten deze uitgaves delen van series die later (per verhaallijn of meer) worden verzameld in zogenaamde Trade Paperbacks;
* het stripalbum, meestal 48 of 64 pagina's, soms 56 pagina's;
* de striproman of graphic novel, een stripboek met 'romandikte': minimaal 80 pagina's, maar meestal meer dan 100 pagina's.
* de vedettenstrip, een stripreeks rond bekende mediafiguren.

Nederlandse Stripgeschiedenis
Strips bestaan al eeuwen. De strip is eigenlijk net zo oud als de boekdrukkunst Het beeldverhaal richtte zich toen voornamelijk op het gewone volk, dat vaak niet kon lezen.
Het oudst gedrukte beeldverhaal dat bekend is, is een prent uit omstreeks 1460/1470. In twaalf taferelen wordt de marteldood van de Heilige Erasmus verteld. Vanaf de zestiende eeuw uit het Nederlandse beeldverhaal zich vooral in cents- of volksprenten. De prenten bevatten één of meer afbeeldingen en werden door marskramers op markten en aan huis verkocht.
Vaak hadden de beeldverhalen een kerkelijk karakter. Maar ook wereldse onderwerpen kwamen aan de orde, bijvoorbeeld fabels en sprookjes. De centsprent werd ook gebruikt voor het uitbeelden van de vaderlandse geschiedenis.

Het eerste Nederlandse stripboek stamt uit het midden van de negentiende eeuw: Meneer Prikkebeen. Een ander bekend beeldverhaal uit de 19e eeuw is 'Piet de Smeerpoets' uit 1848. Deze strips kwamen uit het buitenland. 'De toekomst staat' van korporaal Achilles is waarschijnlijk het eerste stripboek van Nederlandse hand. Het tweede stripboek dat bekend is komt uit 1918 en is van Felix Hess.



Het Kladschrift van Jantje, van Felix Hess

De eerste krantenstrip verschijnt in Nederland in 1921. In het begin werden de strips overgenomen uit buitenlandse kranten. 'De Telegraaf' nam uit de 'London Evening News' een strip over, waarin een jongen, Jopie Slim, en een varken, Dikkie Bigmans, de hoofdrol speelden. De strip werd een ongekend succes. Andere kranten volgen.

Het Dubbeltje was het eerste Nederlandse stripblad en verscheen in 1922. Naast geïllustreerde verhalen stonden er ook veel strips in het tijdschrift.

In de jaren vijftig ontstonden de eerste comic-strips: De Bommelstrip, Erik de Noorman en Kapitein Rob vonden opgang. De echte kinderstrip werd in Nederland in 1952 geïntroduceerd: De Donald Duck. Het blaadje was van het begin af aan erg populair.

De eerste Donald Duck uit 1952


In de jaren zestig zeventig groeit de waardering voor de strip. De pop-art een nieuwe richting in de beeldende kunst, van oorsprong afkomstig uit Amerika, vestigt de aandacht op de grafische mogelijkheden van het uit het stripverhaal gelichte beeld. Het werk van Roy Lichtenstein en Rauschenberg maakt dat men onvermoede kwaliteiten ontdekt in het beeldverhaal.


Andere landen in Europa
In het buitenland is de waardering voor strips hoger dan in Nederland. In Frankrijk, Italië en Spanje waardeert het publiek het medium als een volwaardige kunstvorm (de negende kunst). Striptekenaars zijn in Frankrijk net zo beroemd als literaire schrijvers, verschijnen regelmatig op televisie bij praatprogramma's en strips zijn in boekenwinkels net zo ruim vertegenwoordigd als bijvoorbeeld gewone romans. Boeken van Enki Bilal zijn voorpaginanieuws. Jacques Tardi wordt door de gerenommeerde Franse literatuuruitgever Gallimard uitgegeven.

Amerika
Ook in Amerika waardeert men strip anders. De comics hebben hoge oplages en tekenaars van meer cultureel georiënteerde strips illustreren tevens voor bladen als The New Yorker. Maus, uitgegeven door de Amerikaanse literaire uitgeverij Pantheon, werd bekroond met een Pulitzer-prijs en ook Jimmy Corrigan van Chris Ware wordt in Amerika als een volwaardig kunstwerk beschouwd, zowel om de grafische als om de verhalende kwaliteit van dit werk. Ghost World van Daniel Clowes werd verfilmd.


Een comic uit de VS gemaskerde superhelden en speciale krachten in het verhaal.


Ghost World van Daniel Clowes.


Japan
Ook Japan kent een rijke striptraditie in de vorm van de Manga die in tegenstelling tot de westerse en Amerikaanse strip ook veel door vrouwen en meisjes gelezen wordt. De diversiteit waarin verschillende genres manga in het Oosten worden aangeboden is dan ook wel veel groter dan die van de strips en comics in Europa en Amerika.


Culturele waardering
In Nederland wordt de strip nog vaak als minderwaardige lectuur gezien. Slechts bekende klassieke series als Olivier B. Bommel en Asterix hebben een grote culturele waardering gekregen en worden ook op sommige scholen beschouwd als literatuur vanwege de dubbele bodem in de verhalen; de historisch verantwoorde aspecten van Asterix worden wel gebruikt bij lessen Latijn. Op kunstacademies worden de mogelijkheden van het stripverhaal als grafisch medium tot op heden nog grotendeels ontkend. Op zeer weinig academies bestaat een gerichte opleiding voor striptekenaars. Vaak zijn jonge striptekenaars toegewezen op een opleiding vrije grafiek of illustratie, waarbij voorbijgegaan wordt aan de complexiteit van het verhalende aspect van strips, vergelijkbaar met het maken van een film. Ook subsidiëring en werkbeurzen worden tot op heden niet vaak toegekend aan striptekenaars uit Nederland of Vlaanderen. Slechts enkele tientallen kregen reeds zo'n beurs. Er is geen aparte beurs speciaal voor het stripverhaal. In veel gevallen kreeg de kunstenaar de beurs via grafische vormgeving of illustratie, wat andere vakgebieden zijn.
Het werk van François Schuiten en Lorenzo Mattotti tilden het medium strip op tot een kunstvorm.

De Archivaris van François Schuiten


Geen opmerkingen:

Een reactie posten