woensdag 7 oktober 2009

Interview Arjan Wilschut

Groei en vernieuwing

  • Wat is volgens u beter? Je op verschillende stijlen richten, of je specialiseren?

Zo, dat is gelijk een pittige start ....
Ik kan natuurlijk niet voor anderen spreken, maar in mijn geval was het veel beter om in verschillende stijlen te werken.
Zeker voor commercieel werk werd ik vaak gevraagd om iets te maken 'in de stijl van/ dat lijkt op ....'
Voorbeelden zijn Whiskas commercials in de stijl van Joanna Quinn, United Airlines commercial voor en in de stijl van Michael Dudok de Wit, een Fixet filmpje in de stijl van Jan Kruis,
een AH commercial met smurfen. Je ziet het, allemaal gebaserd op bestaande, succesvolle stijlen. De meeste commercials draaien nu eenmaal niet om originaliteit, maar juist om een beproefd concept.
Bovendien had het tekenen in verschillende (lees: andermans) stijlen voor mij ook het voordeel dat ik er veel van leerde,
en het me juist hielp om langzaam iets van een eigen stijl te ontwikkelen. Je leent van iedereen wel iets om er zelf iets nieuws van te maken.

NB. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, sommige mensen hebben van nature een bijzondere stijl die direct opvalt, en succesvol is.
Maar er van uitgaande dat je, zoals ik, bij de andere 99% ploeteraars hoort, blijf ik toch bij antwoord 1.

  • Hoe zorg je ervoor dat je werk voor jóu interessant blijft/ je niet in een sleur belandt?
Grappig, ik heb net een tijd achter de rug waarin me dat ook afvroeg.
Ongeveer twee jaar geleden was ik animatie stiekem een beetje zat ... steeds weer uren ploeteren voor een tekening, dagen voor een testje, en jaren voor een film.
Ik ben toen begonnen met illustratie: eerst rustig wat schetsen, daarna uitwerken, inscannen en lekker aan de slag met Photoshop en Painter. Echt geweldig.
Een totaal andere beleving, maar ik was zo blij om gewoon eens iets AF te maken in 1 dag, en de dag daarna weer iets nieuws te maken.

Het voelde wel raar, bijna als een verraad aan mijn eerste liefde in kunst (animatie dus), maar ik vond illustreren gewoon veel leuker.
En het gekke was dat ik door de afwisseling langzaam aan toch weer plezier kreeg in animatie. Ik doe nu beiden, en ik merk dat de afwisseling heel verfrissend werkt.
Ik zal je niet lastigvallen met allemaal vage zen-wijsheden, maar er zit wel iets in de gedachte dat hoe harder je iets wilt vasthouden, hoe meer het door je vingers glipt.
Kortom: blijf openstaan voor nieuwe dingen, dat helpt zeker tegen sleur.

  • Is je werk nu heel anders dan tijdens je studie?
Ik heb niet echt gestudeerd, alleen maar een jaar op het Grafisch Lyceum en een jaar op de academie (WDKA) gezeten, dus dat is lastig te beantwoorden.
Maar voor zover ik kan beoordelen zou ik zeggen dat werk vaak anders uitpakt. Alleen al door de razendsnelle veranderingen in trends en technologie lijkt me dat ook onvermijdelijk.
Ik heb een studie/diploma dan ook nooit gezien als een natuurlijke aanloop voor een baan of zo, eerder een kans om jezelf zo goed mogelijk te ontwikkelen en voor te bereiden.
  • Op welke manier ben je gegroeid of heb je jezelf vernieuwd?
Het antwoord is eigenlijk een korte samenvatting van het voorafgaande:
1- Echt gestudeerd heb ik niet, dus ik moest veel zelf uitzoeken. Gelukkig hou ik erg van lezen, dus ik heb door de jaren heen zelf veel lesmateriaal verzameld.
2- Werken met verschillende regisseurs en makers, in allerlei stijlen. Ik heb door de jaren heen ontzettend veel geleerd van mensen als Wilbert Plijnaar (story artist), Piet Kroon (regisseur), Hans Buying (agent/producent) en Michael Dudok de Wit (filmmaker en illustrator, en een heel inspirerende man). Overigens hoeven die mensen niet per se ouder of ervarener te zijn hoor. Ik heb bijv. ook een aantal stagiars in huis gehad waar ik heel veel van geleerd heb. Vooral Jelle Gijsberts (www.jellepelle.nl) was een geweldige stagiair en nu een leuke collega. Ik merk dat het echt supergoed en leerzaam is om met jonge tekenaars samen te werken. Ze brengen veel nieuwe ideetjes en stijlen mee, kennis van nieuwe software, leuke tips, etc.
3-Tenslotte blijf ik vernieuwen door nieuwe dingen te proberen. Ik ben nu bijv ook veel bezig met schrijven. Dankzij een beurs van het Ned Filmfonds heb ik jaar lang begeleiding gehad van een scenarist van het Scriptlab om een treatment voor een film te schrijven. Echt superleuk om te doen, en ik hoop het op te kunnen volgen met een volwaardig scenario.

Wat voor projecten zou je nog willen doen in de toekomst?
Echt te veel om op te noemen ... zoals gezegd ben ik bezig aan een script voor een lange animatiefilm, maar ik ben ook aan het schrijven voor een nieuw kinderboek.
Verder heb ik plannen voor een nieuwe korte film, daar begin ik volgend jaar aan. Ik heb wat ideetjes/designs voor een spel, daarmee wil ik eens wat gamebedrijven langs.
En ik wil ooit wel eens een goed stripboek -of eigenlijk Graphic novel, dat klinkt beter- maken.

  • Hoe ziet een (productieve) werkweek van jou eruit?
Ik sta redelijk vroeg op, en begin meestal rond 9 uur te werken. Maandagochtend ben uitgebreid aan het mailen en internetten, de rest van de week zo min mogelijk.
Gemiddeld ben ik een dag of drie per week bezig met illustratiewerk, tegenover een dag twee animatiewerk. Tussen de middag ga ik altijd naar buiten, frisse lucht en beweging moet echt!
Ongeveer 2 avonden per week werk ik door, maar niet later dan een uur of 9. Anders ben je de volgende dag niet fit, en heb je er dus nog niks aan.
Aan het einde van een goeie week heb ik 2 (grote) of 3 (kleine) illustraties af. (Animatiewerk is moeilijker te meten, hangt erg van de film/scene af.)
Vroeger werkte ik vaak het weekeinde door, maar dat doe ik niet meer. Het is te uitputtend, en vroeg of laat moet je toch rust houden.

  • Doe je veel international werk? Vind je dat belangrijk?
Vroeger wel. Ik heb jarenlang in Wales gewerkt, en een korte tijd in Londen. Veel contacten gehad in Belgie, een keer een testje voor een Duitse film, en een co-productie met een Ierse studio gedaan.
Ook toen ik alweer jaren in Nederland woonde heb ik met al die mensen/ bedrijven nog een tijd contact gehad en samengewerkt.
Zeker toen ik alleen animatie deed, vond ik dat erg belangrijk. Er was nu eenmaal meer werk en expertise dan in Nederland. Tegenwoordig trekt dat wel bij, in eigen land is de animatiecultuur veel diverser en gezonder geworden. Als illustrator doe ik helemaal geen internationaal werk, en ik zie er ook geen speciale meerwaarde in. Als het even kan, hou ik mijn werk zo simpel mogelijk.

Mocht je er nog tijd voor hebben, dan kunnen we deze antwoorden ook goed gebruiken, maar hoeft niet per sé..

Fictieverhaal vertellen

  • Is het verstandig zoveel mogelijk opdrachten aan te nemen of alleen dat wat je ècht leuk vindt?
Daar is niet echt 1 antwoord op. Michiel Snijders van il Luster verwoordde het eens zo: je moet bij elk project kijken of het scoort op een van de volgende drie punten:
Is het goed voor mijn CV, mijn portemonnee of vind ik het gewoon superleuk? Met andere woorden, je hebt bij iedere klus andere overwegingen: je artistieke ontwikkeling, de rekeningen die betaald moeten worden, of een uitdaging waar je vreselijk veel zin in hebt. Die overwegingen moeten in een goeie balans zijn.
De beste klussen scoren uiteraard op alledrie de fronten, en een project die aan geen van de drie voorwaarden voldoet, moet je natuurlijk direct voor bedanken.
Dat klinkt allemaal nogal voor de hand liggend, maar het valt in de praktijk soms best tegen om de juiste overweging te maken ...
  • Wat zijn de grenzen van je artistieke vrijheid? (Hoeveel vrijheid heb je?)
Oef .... ook te algemeen om te beantwoorden.

Even denken ...grenzen zijn er volgens mij altijd, al is er een verschil tussen opdrachtwerk en eigen werk.
Bij opdrachtwerk worden die grenzen voor jou bepaald (een gevraagde stijl, planning, budget, etc).
Bij eigen werk zijn er ook wel degelijk grenzen, maar die stel je zelf. Als je een idee voor een verhaal of tekening ontwikkelt bepaal je gaandeweg wat de stijl wordt, wanneer het af is, etc.

Echt grenzeloze artistieke vrijheid geloof ik niet zo in ..... ik denk dan meer aan eindeloos experimenteren, net zoiets als de kriebeltschetsjes die je maakt als je een telefoongesprek hebt.
Superleuk natuurlijk maar ...... je krijgt er ook snel genoeg van. Uiteindelijk zet je je experiment om in een gericht idee, een project, en ontstaan er vanzelf grenzen.
  • Waarom wil je een verhaal vertellen?
Ik hou van verhalen, in welke vorm dan ook, dus ik wilde van kindsafaan daar deel van uitmaken, aan bijdragen.
Verhalen laten je wegdromen en genieten, maar kunnen je ook inspireren om dingen te veranderen. Ze zorgen voor ontspanning, maar houden je tegelijk ook wakker.
Volgens mij is het supergoed en gezond om telkens weer door verhalen -beeld of taal of muziek- volop te ervaren dat je een mens bent met gevoelens en ideeen en mogelijkheden.

  • Waar haal je inspiratie vandaan?
Kunst brengt kunst voort, en ik put heel veel inspiratie uit het werk van andere makers. Ik krijg ontzettend veel energie en ideetjes en visie als ik kijk naar goeie films.
Dat kunnen korte animatiefilms zijn (Dudok de Wit) of lange (Princess Mononoke, The Iron Giant, Brendan and the book of Kells) maar ook live action films.
Verder krijg ik vaak inspiratie van reizen en vakanties, en wandelen in de natuur. Alles wat je weer even een andere kijk op dingen geeft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten